Adem.. niet vergeten!
Herre Daelemans-21 januari 2022
Het begint idyllisch. Ergens in een onooglijk Frans dorpje – 49 inwoners – in de Languedoc aan de voet van de Pyreneeën.
‘Een dorpsfeest als in een oude film van Fernandel, met grote lange tafels op het marktpleintje, lekker eten, de beste wijn, vrolijke muziek en oprechte feestvreugde. En natuurlijk de prachtige omgeving: een glooiend landschap, even mooi als in Toscane. De kastelen van de Katharen, lang geleden gebouwd op prachtige plekken, nu stille getuigen van een rijk verleden.’
Een groepje vrienden gaat er acht dagen lang een huisje in sneltempo restaureren. Een van hen is Filiep, hoofdarts van een ziekenhuis. Ze sluiten zich druk doende af van de wereld, het wereldnieuws. De smartphone ligt met lege batterij, ergens in een hoek.
Ze horen iets over een virus uit China. ‘Iets meer dan een griep, besloten Jef en ik, de twee medici in het gezelschap. Het vorige SARS-virus had zich ‘doodgemuteerd’ en had nooit onze streken bereikt.’
Alarm
Op de terugweg naar huis hoort de ik-persoon, auteur Filiep Bataillie, steeds meer alarmerende berichten. Het boeiende aan dit boek is dat je dan geleidelijk – dagboekgewijs – leest en verneemt hoe een pandemie in de dagelijkse praktijk aangepakt wordt.
Fenomenaal is het werk van het verpleegkundig personeel.
Fenomenaal ook hoe ze met beperkte middelen steeds oplossingen vinden.
‘Te weinig FFP2 mondmaskers … we maken ze zelf. In een grote kledingzaak gaat het personeel, technisch werkloos, thuis vrijwillig maskers stikken.
Geen schorten? We gebruiken afdekdoeken van operaties, contacteren een kledingzaak, laten patronen maken, zoeken stiksters.’
‘Plots lijkt het wel alsof ik in een aflevering van Fata Morgana zit, dat tv-programma waarin een stad in een week tijd een reeks veeleisende collectieve opdrachten moet uitvoeren en beloond wordt met sterren. Zo was het haast elke dag in het ziekenhuis: één uitdaging waar iedereen voor gaat, een strikte taakverdeling binnen een toegekende tijd, aandoenlijk nauwgezet.
‘En wat een energie hebben die mannen en vrouwen…’
Adem
En dan wordt Bataillie zelf besmet. ‘Ik heb meegeholpen om een heel ziekenhuis in twee stromen te verdelen, spoedgevallen, operatiekwartier, intensieve zorg… Thuis kan ik niet aanvaarden dat anderen het voor mij doen. Niks mag ik nog aanraken. Het voelt alsof ik melaats ben. Het ergste is dat we elkaar niet meer mogen aanraken. Geen knuffels, geen kus, geen… Niks. Ik mis je…’
Hij vertelt vanuit eerste hand hoe het voelt, hoe het evolueert en verslechtert. Hij vreest even voor het ergste, wanneer hij onvermijdelijk opgenomen wordt op intensieve, zuurstof nodig heeft, vecht voor adem. En er uiteindelijk gelouterd uitkomt.
ADEM is een aandoenlijk en leerrijk boek: deze week ons boek van de week tegen een tijdelijke voordeelprijs!